Rouw als treinreis: meegevoerd, maar niet voor altijd stuurloos
Rouw als treinreis: meegevoerd, maar niet voor altijd stuurloos
Rouwen is als ongewild op een trein stappen. Je hebt het niet gepland, je wilde hier niet zijn, en ineens raast alles langs je heen.
Je zit achter het raam, verstijfd. Buiten schieten landschappen voorbij: mensen die lachen, werken, feesten, kinderen die opgroeien, de zon die gewoon weer opkomt. Alles dendert door. Terwijl jij daar zit, met je hoofd tegen het koele glas, voel je het contrast: de wereld gaat door, maar jouw wereld is stilgevallen. Je zou willen schreeuwen. Willen roepen naar de conducteur, naar de machinist, naar wie dan ook: “Stop deze trein! Laat me eruit! Laat de wereld even stilstaan!”
Maar de trein rijdt verder.
Rouw is net als de stilte in een wagon vol beweging. Het is de eenzaamheid tussen anderen die praten, lachen, plannen maken voor morgen. Het is het gevoel dat jij in een andere tijd leeft dan de rest. Alsof jouw wagon vertraagd is, terwijl de rest van de trein op volle snelheid door blijft razen.
In het begin zit je achterin, in het laatste wagonnetje. Ver weg van alles. Soms voel je je bijna losgekoppeld van alles en iedereen. Je hebt geen controle, geen overzicht, en je weet niet waar deze trein heen gaat. Alles voelt doelloos. Je weet alleen: je bent onderweg, je moet wel, of je nu wilt of niet.
Maar ergens, na verloop van tijd, heel langzaam, begin je op te staan. Je schuift een bankje op. Soms een paar terug, soms eentje naar voren. Je staat op en gaat weer zitten. Maar er komt een dag dat je besluit: ik wil naar voren.
Je loopt door de wagons van het leven. Voorbij herinneringen, pijn, verdriet, maar ook steeds vaker langs kleine momenten van hoop, warmte, verbinding. Je komt mensen tegen in andere wagons. Sommigen stappen even mee, anderen blijven wat langer. En beetje bij beetje vind je weer je plek.
Tot je op een dag de locomotief ziet. De plek waar je zelf weer de knoppen in handen hebt. Waar jij bepaalt waar de trein heen gaat, hoe snel je rijdt, wanneer je stopt en wat je uitzicht is.
Rouw verdwijnt niet als je daar aankomt. Het reist altijd met je mee, als een stille passagier. Maar jij zit weer voorin. Jij bestuurt weer. En dat is misschien wel het grootste geschenk na verlies: het moment waarop je voelt dat je leven , ondanks alles, weer van jou is.
Want hoe zwaar de reis ook is geweest, en hoeveel tussenstations je ook hebt moeten passeren, uiteindelijk mag jij weer kiezen waar je heen wilt.
Rouw is geen eindstation. Het is een reis. En jij bent, vroeg of laat, weer de machinist.
Wil je meer weten over rouw lees dan verder op rouwverwerking